Vandaag was er examen wiskunde en volgend vraagstuk was gegeven, maar niemand vond het. Nu ben ik benieuwd naar de oplossing maar vind het niet.
Een wielertoerist gaat een fietstocht maken. Op het vlakke haalt hij 12 km/h, op de stukken bergop 24 km/h en op de stukken bergaf 30 km/h. De tocht van A naar B duurt 4 uur en 33 minuten en de terugreis (van B naar A) duurt 5 uur. De totale afstand bedraagt 198 km.
Hoeveel kilometer vlak, bergop en bergaf waren er ? Bepaal de vergelijkingen en los op met Gauss-Jordan (spilmethode).
Alvast bedankt
pieter
3de graad ASO - donderdag 12 december 2002
Antwoord
We verdelen het traject in drie stukken: v,a,b. Hierbij is v het vlakke stuk, a het dalende stuk (van A naar B) en b het stijgende stuk (van A naar B). Op de terugweg draait dit om!
Je krijgt de volgende verdelijking: v/12+b/24+a/30=4,55 v/12+a/24+b/30=5 v+b+a=99