Gebruikmakend van deze formule tan(t/2)=(1-cost)/sint en van een driehoekje bekwam ik:
= (1/64)((2-Ö(4-x2))/x) + (1/16)ln|(2-Ö(4-x2))/x| - (1/64)(x/(2-Ö(4-x2)) + c
Helaas blijktde juiste oplossing iets heel anders te zijn: = (-1/8)(Ö(4-x2)/x2) + (1/16)ln|(Ö(4-x2)-2)/x|
Wat deed ik precies fout?
Groetjes
Veerle
3de graad ASO - donderdag 7 april 2005
Antwoord
Beste Veerle,
1) Je zit dus vast bij de deze integraal? òx2/Ö(1-x2) dx Persoonlijk zou ik het met deze substitutie aanpakken:
Stel y = Ö(1-x2) = x = Ö(1-y2) = dx = -y/Ö(1-y2) dy
De integraal wordt dan: òÖ(1-y2) dy
Waarom zou je dit per se zonder goniometrische substitutie? Dat lijkt me hier anders perfect...
2) Ik volg nog volledig je redenering tot aan deze stap: (1/32)ò(z4+2z2+1)/z3 dz
Dan is het me niet helemaal duidelijk wat je doet, je gebruikt ook splitsen in partiële breuken? Je hebt een veelterm in de teller en een eenterm in de noemer: je kan de breuk toch splitsen in 3 afzonderlijke termen, en dus integralen?