|
|
\require{AMSmath}
Re: Berekenen van een som 2
Ik begrijp het niet, welke termen van 1? En waarom is bovenstaande alle drie gelijk aan elkaar? Ik zie ook niet bij de volgende opgave van:
S k=0 tot 8 (8,k)(2)k
Gelijk is aan 38 voor a=1en b=2
mboudd
Leerling mbo - dinsdag 2 juni 2020
Antwoord
Vul $ \left( {a + b} \right)^n = \sum\limits_{k = 0}^n {\left( {\matrix{ n \cr k \cr
} } \right)} \cdot a^{n - k} \cdot b^k $ maar 's in met n=8, a=1 en b=-1.
Omdat machten van 1 gelijk aan 1 zijn kan je dat weglaten. Je krijgt dan de gegeven uitdrukking. Dat is wat er in de opdracht gebeurd is.
Hetzelfde gaat op bij $ \sum\limits_{k = 0}^8 {\left( {\matrix{ 8 \cr k \cr
} } \right) \cdot 2^k } $. Er ontbreekt de term met de exponent $8-k$, dus die termen zullen dan wel de termen met 1 zijn:
$ \sum\limits_{k = 0}^8 {\left( {\matrix{ 8 \cr k \cr
} } \right) \cdot 1^{8 - k} \cdot 2^k } $
Dus kennelijk is $a=1$ en $b=2$ en $n=8$, dus:
$ \sum\limits_{k = 0}^8 {\left( {\matrix{ 8 \cr k \cr
} } \right) \cdot 1^{8 - k} \cdot 2^k } = \left( {1 + 2} \right)^8 = 3^8 $
Het werkt dus twee kanten op. Daar moet je 't mee doen...
|
Vragen naar aanleiding van dit antwoord? Klik rechts..!
dinsdag 2 juni 2020
|
|
home |
vandaag |
bijzonder |
gastenboek |
statistieken |
wie is wie? |
verhalen |
colofon
©2001-2024 WisFaq - versie 3
|