|
|
\require{AMSmath}
Oppervlakte
Gegeven zijn de functies f en g gedefinieerd door: f(x)=3x4-4x3 en g(x)=x2-4x+2 De grafieken van f en g snijden elkaar in de punten P(-1,7) en Q(1,-1) a. Toon door berekening aan dat P en Q de enige snijpunten zijn van de grafieken van f en g. b.Toon aan dat de functie f een buigpunt bezit met horizontale buigraaklijn. c. Bereken de oppervlakte van het vlakdeel dat ingesloten wordt door de grafieken van f en g.(De grafieken behoeven niet te worden getekend.) a. Mbv van de factorstelling heb ik inderdaad de snijpunten (1,-1) en (-1,7). b.f'(x) =0 3x4-4x3=0 12x2(x-1)=0 x2=0 (dubbel!) of x=1 x=0 (dubbel!) of x=1 is dat hier mee aangetoond? c Bij c krijg ik op een of andere manier een negatieve oppervakte wat niet kan moe ik hier dan $\int{}$(g-f) nemen ipv $\int{}$(f-g) hoe kan ik dit weten ? ik heb naar wisfaq de uitwerking gestuurd
mboudd
Leerling mbo - woensdag 11 december 2019
Antwoord
b. Dat is niet genoeg: bij een buigpunt moet de tweede afgeleide van teken veranderen, je moet dus de nulpunten van $f''$ bepalen en kijken of $f''$ daar van teken veranderd. c. Omdat $P$ en $Q$ de enige snijpunten zijn (wel even nagaan) ligt $f$ tussen $x=-1$ en $x=1$ helemaal boven $g$ of helemaal onder $g$. Omdat $f(0)=0$ en $g(0)=2$ weet je nu welke functie boven ligt.
kphart
|
Vragen naar aanleiding van dit antwoord? Klik rechts..!
woensdag 11 december 2019
|
|
home |
vandaag |
bijzonder |
gastenboek |
statistieken |
wie is wie? |
verhalen |
colofon
©2001-2024 WisFaq - versie 3
|