De digitale vraagbaak voor het wiskundeonderwijshome | vandaag | gisteren | bijzonder | gastenboek | wie is wie? | verhalen | contact |
||||||||||||||||||||
|
\require{AMSmath}
Re: Steekproefverdeling
Bedankt voor het duidelijke antwoord. Met "hoe groter n, hoe meer binomiaal" bedoelde ik dat hoe groter de omvang van de steekproef, hoe meer die steekproefverdeling de exacte theoretische binomiale verdeling zal benaderen, want in theorie is het wel binomiaal verdeeld, maar in praktijk speelt het toeval toch nog een rol? AntwoordJe haalt twee dingen door elkaar. Stel dat je wilt onderzoeken hoeveel procent van de automobilisten een carkit gebruikt om te telefoneren. Zo zou je bij een tankstation aan zeven automobilisten kunnen vragen of zij een carkit hebben of niet (n=7), je zou het ook aan 150 automobilisten kunnen vragen (n=150). In beide gevallen levert dit één uitslag op, bv 3 van de 7, of 62 van de 150. De grote steekproef is niet 'meer binomiaal' dan de kleine steekproef.
home | vandaag | bijzonder | gastenboek | statistieken | wie is wie? | verhalen | colofon ©2001-2024 WisFaq - versie 3
|