De digitale vraagbaak voor het wiskundeonderwijshome | vandaag | gisteren | bijzonder | gastenboek | wie is wie? | verhalen | contact |
||||||||||||||||||
|
\require{AMSmath}
Welke toets kan ik gebruiken?Ik heb een experiment gedaan naar het effect van voetplaatsing op de maximale heuphoogte. (loopstijl als functie van voetplaatsing) Ik heb hiervoor 9 personen, op dezelfde snelheid, zowel met hiellanding en met voorvoetlanding (voetplaatsing is of hiellanding of voorvoetlanding, (2 mogelijkheden)) laten lopen (op een loopband) en hiervan videoopnamen gemaakt. Per persoon is uit deze opnamen de frame waarin de grootste heuphoogte optrad opgezocht en van dat beeld een print gemaakt waarin de max. heuphoogte is opgemeten. (bv 6,6 cm bij hiellanding en 6,8 cm bij voorvoetlanding) Mijn hypothse is dat de maximale heuphoogte groter is bij voorvoetlanding. Ik heb de metingen omgezet in percentages waarbij steeds de hoogte bij hiellanding op 100 is gesteld en de hoogte bij voorvoetlanding dan bv 102,3 is zodat de verschillen die optreden bij de proefpersonen met elkaar kunnen worden vergeleken. Ik vind hierbij vrij kleine verschillen die, gezien de meetmethode, ook het gevolg van meetfouten kunnen zijn. Toch vind ik telekns een positief verschil hetgeen zeer onwaarschijnlijk zou zijn als de verschillen het gevolg zouden zijn van meetfouten. Hoe kan ik nu toetsen of de gevonden verschillen significant zijn en dus de kracht van mijn conclusies uitdrukken? AntwoordJe bepaalt HmaxVVL als een percentage van HmaxHL Dat betekent dat d=HmaxVVL-HmaxHL ook een percentage van HmaxHl, maar is dat wel verstandig ??
home | vandaag | bijzonder | gastenboek | statistieken | wie is wie? | verhalen | colofon ©2001-2024 WisFaq - versie 3
|