|
|
\require{AMSmath}
Omtrek van een cirkel
Beste meneer,
Kunt u aub uitleggen hoe ik de omtrek van figuur B en C kan uitrekenen? Ik snap het antwoord in het boek niet.

Figuur B is een cirkel waarvan je een 1/4 van de cirkel moet uitrekenen. De straal van deze kwart cirkel is 6 m.
Figuur C is een rechthoek van 12 m bij 6 meter. Links en rechts is er een halve maan eruit gehaald.
Ik hoop dat u mij de stappen kunt uitleggen. Het antwoord moet in 2 decimalen nauwkeurig.
maike
Leerling onderbouw vmbo-havo-vwo - maandag 12 oktober 2015
Antwoord
De formule voor de omtrek van een cirkel is:
omtrek=\pi·diameter of omtrek=2·\pi·straal
figuur B

De omtrek van een cirkel met een straal van 6 meter zou gelijk zijn aan 2·\pi·6=12\pi. Maar bij figuur B gaat het om een kwart cirkel dus de lengte van het cirkelboogje is een kwart van de omtrek van de cirkel. Dat is dan gelijk aan 3\pi.
De omtrek is dan gelijk aan 12+3\pi meter en dat is ongeveer gelijk aan 21,42 m.
figuur C

Met de twee halve cirkels kun je een cirkel maken met een doorsnede van 6 m. De omtrek van een cirkel met een doorsnede van 6 meter is gelijk aan 6\pi.
De omtrek van figuur C is dan gelijk aan 24+6\pi en dat is ongeveer gelijk aan 42,85 m.
Helpt dat?

|
Vragen naar aanleiding van dit antwoord? Klik rechts..!
maandag 12 oktober 2015
|
|
home |
vandaag |
bijzonder |
gastenboek |
statistieken |
wie is wie? |
verhalen |
colofon
©2001-2025 WisFaq - versie 3
|