De digitale vraagbaak voor het wiskundeonderwijshome | vandaag | gisteren | bijzonder | gastenboek | wie is wie? | verhalen | contact |
||||||||||||||||||
|
\require{AMSmath}
Wet van StokesOm de viscositeit van een vloeistof te bepalen kan men een kogels met verschillende diameters (in dit geval werken we met 3 verschillende diameters) laten vallen in de vloeistof en zo de tijd meten die de kogel nodig heeft om een bepaalde afstand af te leggen. Vervolgens kan men met de formule van Stokes de viscositeit berekenen. viscositeit = (dichtheid kogel - dichtheid vloeistof)*g*d2 / 18v. Deze formule geldt eigenlijk alleen wanneer de diameter van de kogel veel kleiner is dan de binnendiameter van de buis. Vandaar dient er een correctiefactor (1+A(d/D)) toegepast te worden. De vergelijking van Stokes wordt dan: viscositeit = (dichtheid kogel - dichtheid vloeistof)*g*d2 / 18v(1+A(d/D)). Om de grootte van A te weten moeten de meetresultaten voor de drie verschillende kogelgrootten grafisch uitgezet worden als d2/v tegen d/D. Hieruit zou m.b.v. lineaire regressie de factor A gehaald moeten worden. Kan iemand mij duidelijk uitleggen hoe ik deze factor moet bepalen(eventueel met een voorbeeldberekening) Antwoordnoem de viscositeit g
home | vandaag | bijzonder | gastenboek | statistieken | wie is wie? | verhalen | colofon ©2001-2024 WisFaq - versie 3
|