|
|
\require{AMSmath}
Extreme waarde en raaklijn
Goedenavond,
Ondertussen ben ik begonnen met een nieuw hoofdstuk en daar ook al een aantal vragen die ik anders begrijp dan het boek van mij verwacht.
Bij de eerste vraag bestaande uit 2 deelvragen: gegeven is de functie f(x) =x2-6x +2. Nu worden er 2 dingen gevraagd:- Stel algebraisch de formule op van de raaklijn k in het punt A
- Bereken algebraisch de extreme waarde van f(x)
(Van extreme waarden heb ik nog nooit gehoord, youtube helpt mij helaas ook niet verder.) Bij de tweede vraag wordt er gevraagd om algebraisch de oplossingen te berekenen van 16 - 3·4√(2x-1) = 10
Hopelijk kunnen jullie (weer) mijn inzicht op wiskunde vergroten en mij uitleggen hoe dit werkt. Bij voorbaat dank weer...
Suzann
Cursist vavo - woensdag 19 november 2014
Antwoord
Misschien moet je 's kijken op raaklijnen en toppen. Daar staat nog 's samengevat wat je aan kennis nodig hebt. Met voorbeelden.
Extremen zijn (lokale) maxima en/of minima. Misschien moet je toch eerst de theorie ophalen die je nodig hebt. Zeg maar HAVO4/5 wiskunde B zou mooi zijn.
Probeer maar 's en laat zien waar je vast loopt!
Voor 't algebraisch oplossen van vergelijkingen geldt eigenlijk hetzelfde.
16-3·4√(2x-1)=10 34√(2x-1)=6 4√(2x-1)=2 2x-1=24 2x-1=16 2x=17 x=81/2 Controleren! Klopt!
Zou moeten kunnen toch?
Op algemene vaardigheden kan je voorbeelden vinden van het algebraisch oplossen van vergelijkingen.
|
Vragen naar aanleiding van dit antwoord? Klik rechts..!
woensdag 19 november 2014
|
|
home |
vandaag |
bijzonder |
gastenboek |
statistieken |
wie is wie? |
verhalen |
colofon
©2001-2024 WisFaq - versie 3
|