|
|
\require{AMSmath}
Laplace
Ik heb volgende functie f(t)= 1 als 0 t a/v = 0 als a/v t a en f(t+a)=f(t) Gebruikmakend van de eigenschap van laplace: 'transformatie van een periodieke functie' kom ik uit op (1-e-ap/v)/p(1-e-ap/v = 1/p terwijl de oplossing moet zijn: (1-e-ap/v)/p(1-e-a/v het probleem situeert zich bij het eerste deel van de eigenschap: 1/(1-e-Tp) met T de periode. Als je de integraal splitst van 0-- a/v en van a/v naar a dan moet je telkens met die eerste term de periode ingeven voor de respectievelijke integraal. Wat heb ik verkeerd gedaan? grt AA
A
Student universiteit België - dinsdag 8 december 2009
Antwoord
Ik krijg 1/p*(1-e-pa/v)/(1-e-pa). De periode van de functie is a; dat verklaart de noemer (1-e-pa). De rest is de integraal van 0 tot a/v van e[su]-pt.
kphart
|
Vragen naar aanleiding van dit antwoord? Klik rechts..!
zaterdag 12 december 2009
|
|
home |
vandaag |
bijzonder |
gastenboek |
statistieken |
wie is wie? |
verhalen |
colofon
©2001-2025 WisFaq - versie 3
|