|
|
\require{AMSmath}
Kans overlijden
Hallo,
deze vraag moet ik beantwoorden: 'In 1900 overleden in Nederland van de 100 geboren kinderen er 13 in hun eerste levensjaar. In Limburg overleden echter gemiddeld meer kinderen voor hun eerste verjaardag dan in de rest van Nederland. Van een gezin in Borgharen overleden rond 2900 zeven van de negen of zelfs negen van hun elf kinderen voor hun eerste verjaardag. Slechts twee kinderen bleven in leven (overigens lang (respectievelijk 80 en 86 jaar)). Is hier moreel nog sprake van kans? Bereken in beide gevallen deze "kans".'
Hoe moet ik dit aanpakken?
Eileen
Leerling bovenbouw havo-vwo - maandag 19 oktober 2009
Antwoord
Hallo, Eileen.
In het algemeen gold dus voor een pasgeboren kind in Nederland rond 1900 dat de kans op overlijden in het eerste levensjaar 0.13 was. Met dat ene toevallige gegeven over het gezin in Borgharen kun je dezelfde overlijdenskans voor Limburg (ipv Nederland) niet berekenen. Je kunt wel zeggen: "Als in Limburg deze overlijdenskans ook 0.13 was (ongeacht de gezinsgrootte), dan was de kans dat in een Limburgs gezin met elf kinderen er (minstens) negen zouden overlijden in hun eerste levensjaar heel klein. Daar deze gebeurtenis toch werkelijk optrad betwijfelen we dat in Limburg deze overlijdenskans ook 0.13 was. Waarschijnlijk was hij in Limburg groter dan 0.13 ."
Bij de kansberekening op zich speelt moraliteit geen rol. Je kunt het wel moreel verwerpelijk vinden dat de kans in Limburg groter was dan in de rest van Nederland (, als dat werkelijk het geval was).
|
Vragen naar aanleiding van dit antwoord? Klik rechts..!
woensdag 21 oktober 2009
|
|
home |
vandaag |
bijzonder |
gastenboek |
statistieken |
wie is wie? |
verhalen |
colofon
©2001-2024 WisFaq - versie 3
|