|
|
\require{AMSmath}
Re: Re: Re: Re: Re: Ruimtelijk figuur2
Ik geloof dat ik het eindelijk snap!!! al heb ik 't iets anders opgelost.
mijn uitwerking: 40/10 = (40-h)/1/2PQ
40(1/2PQ) = 10(40-h) 20PQ = 400 - 10h PQ = 20 - 1/2h
nog een vraag: je moet de piramide dus door midden snijden, omdat je dus voor deze stap ook met gelijkvormigheid wil werken? waarom kun je dan niet gewoon de hele piramide laten zoals die was, zoals bij de eerst stap om de hoogte uit te rekenen van de oorspronkelijke periode?
Céline
Leerling bovenbouw havo-vwo - dinsdag 14 april 2009
Antwoord
Er zijn altijd vele wegen die naar Rome leiden. Ik gebruik bijvoorbeeld liever even 'z' maar dat heeft dezelfde lengte als 1/2PQ, maar 'strikt' genomen is PQ een ander lijnstuk dan het lijstuk met lengte z in de driehoek die ik gebruik.
Het probleem van wiskunde leren is dat je zoiets opbouwt. Het uiteindelijke resultaat is een opbrengst van jarenlang leren. Mijn ervaring is dat je de dingen gestructureerd en helder moet doen. Bij 't rekenen in een vlakke doorsnede van een ruimtelijk figuur kan je allerlei stellingen en eigenschappen gebruiken van vlakke figuren. Dat doe je niet zo maar, dus al te wild van alles door elkaar gooien is gewoon niet handig.
Stap voor stap en gebruik wat je geleerd hebt... zoiets...
|
Vragen naar aanleiding van dit antwoord? Klik rechts..!
dinsdag 14 april 2009
|
|
home |
vandaag |
bijzonder |
gastenboek |
statistieken |
wie is wie? |
verhalen |
colofon
©2001-2024 WisFaq - versie 3
|