|
|
\require{AMSmath}
Het kiezen van een toetsingsgrootheid
Aan de hand van een voorbeeldvraag zou ik willen vragen hoe je in een dergelijk verhaaltje kunt herkennen om welke toetsingsgrootheid het gaat.
"Bij een psychologische test variëren de scores tussen 0 en 40. In een onderzoek worden de onderstaande resultaten gevonden: Mannen Vrouwen Aantal 54 68 Gemiddelde 25.63 23.09 Variantie 26.33 29.84"
In eerste instantie vind ik het moeilijk om te bepalen of het hier gaat om een gepaarde steekproef (H0: md=0) of om een onafhankelijke (H0: m1-m2=0). Ten tweede, als het gaat om een onafhankelijke steekproef: moet ik er vanuit gaan dat de s bekend/onbekend, en gelijk/ongelijk zijn?
Alvast ontzettend bedankt voor een antwoord!!
Heike
Student universiteit - vrijdag 29 februari 2008
Antwoord
Gepaard betekent dat je van elke respondent twee afhankelijke scores moet hebben. Bovendien zullen dan ook altijd de aantallen gelijk zijn. Dat is hier zeker niet aan de orde.
Ga altijd uit van onbekende s's, In de praktijk zullen die s's nooit bekend zijn. Algemeen gebruikelijk is ook om uit te gaan van ongelijke standaarddeviaties in de groepen. Zeker wanneer je met SPSS toetst is dat de beste keuze. Dat die s's gelijk zijn zou ik alleen gebruiken als dat expliciet vermeld wordt. Dat kun je overigens ook weer toetsen met een F-toets, maar dat gaat wellicht te ver.
Met vriendelijke groet JaDeX
|
Vragen naar aanleiding van dit antwoord? Klik rechts..!
zaterdag 8 maart 2008
|
|
home |
vandaag |
bijzonder |
gastenboek |
statistieken |
wie is wie? |
verhalen |
colofon
©2001-2024 WisFaq - versie 3
|