|
|
\require{AMSmath}
Re: Overlevingskansen berekenen
Binnenkort beginnen de examen alweer en om een beetje te oefenen was ik bezig met een a-lympiade uit 2003 waarbij je overlevingskansen moet berekenen. Ik heb al gekeken op jullie site of daar al een vraag over was gesteld en dat was ook zo... Er werd een tip gegeven maar ik snap er echt niks van, misschien dat ik een nadere uitleg bij die tip zou kunnen krijgen of een andere tip om me een beetje op weg te helpen.
hagar
Leerling bovenbouw havo-vwo - zaterdag 16 februari 2008
Antwoord
Beste Hagar, Ik neem aan dat je de tabel vóór opdracht 1 bij de hand hebt. Deze bestaat uit vier kolommen. Bovenaan in de tweede kolom staat 138, d.w.z. dat het onderzoek startte met 138 verslaafden. In dezelfde kolom staat acchter[5,6> het getal 39, dat betekent dat er na 5 jaar (het begin van het 6e jaar) nog in ieder geval 39 verslaafden in leven zijn. Je kunt uitrekenen hoeveel % dat is. Omdat er veel verslaafden uit het onderzoek zijn verdwenen is het best mogelijk dat er nog meer mensen in leven zijn. Je kunt ook letten op het aantal mensen , waarvan je zeker weet dat ze gedurende de eerste 5 jaar zijn overleden. Je moet dan de eerste vijf getallen in de derde kolom optellen: 9+11+15+10+9 = 54. Er zijn dus minstens 54 van de 138 verslaafden overleden, dus hoogstens 84 [138-54] in leven. Het aantal verslaafden dat nog in leven is ligt dus tussen de 39 en 84. Het is 39 als alle verslaafden die uit hetonderzoek zijn verdwenen dood zijn, het is 84 als alle verslaafden die uit het onderzoek zijn verdwenen nog in leven zijn. Aan jou de beslissing waar je ergens gaat zitten
gk
|
Vragen naar aanleiding van dit antwoord? Klik rechts..!
|
|
home |
vandaag |
bijzonder |
gastenboek |
statistieken |
wie is wie? |
verhalen |
colofon
©2001-2024 WisFaq - versie 3
|