|
|
\require{AMSmath}
Re: Re: Re: Exponenten
Je schreef:
a. en b. zijn correct. Ik zou bij c. in plaats van n+1 gaan rekenen met n-1, als n tenminste betekent: de dag van de maand mei. Ik kom dus op n 22.2, en daarom dus ook op 22 mei.
Ik schreef:
n=0 komt overeen met de eerste onderzoeksdag, zijnde 1 mei, dus n+1 geeft de dag van de maand mei. De gevraagde datum is dus 21 mei.
Welnu, mijn berekening bij c is gebaseerd op dezelfde uitgangspunten als bij a en b die volgens jou correct zijn. Op 1 mei is de beginhoeveelheid 1000. 1 mei heb ik gesteld op n=0. Dan is een uitdrukking die de dag van de maand mei aangeeft, dus n+1, want: n=0 komt overeen met 1 mei (axioma), dus als n=0 dan is n+1=0+1=1; 1 mei dus.
De uitkomst van mijn berekening bij c is: n=20,2, zodat n+1=21,2; zodat de gevraagde dag 21 mei is.
Het kan niet zo zijn dat het antwoord op de vraag bij c zowel 21 mei als 22 mei is. Een van de twee antwoorden is juist, het andere is onjuist. Mijn vraag is nu: welk van de twee antwoorden is juist en waaruit blijkt / volgt dat? Groet,
RvdB
RvdB
Leerling bovenbouw havo-vwo - zondag 29 april 2007
Antwoord
dag Robert,
Bij a. en b. is de exponent van de factor 1,05 een minder dan de dag van de maand aangeeft. Bij jouw formule bij c is deze exponent ineens gelijk aan de dag van de maand. Nog anders uitgelegd: Op 1 mei zijn er 1000 eenheden. In het eerste deel van jouw formule bij c. krijg je, als je voor n de waarde 0 invult: 1000*1,05^1 = 1050 eenheden op 1 mei. Daarom is jouw formule bij c niet goed.
|
Vragen naar aanleiding van dit antwoord? Klik rechts..!
maandag 30 april 2007
|
|
home |
vandaag |
bijzonder |
gastenboek |
statistieken |
wie is wie? |
verhalen |
colofon
©2001-2024 WisFaq - versie 3
|