De digitale vraagbaak voor het wiskundeonderwijs

home |  vandaag |  gisteren |  bijzonder |  gastenboek |  wie is wie? |  verhalen |  contact

HOME

samengevat
vragen bekijken
een vraag stellen
hulpjes
zoeken
FAQ
links
twitter
boeken
help

inloggen

colofon

  \require{AMSmath} Printen

Verband rangschikking met herhaling en herhalingscombinatie

Op deze pagina staat het verband tussen rangschikking met herhaling en herhalingscombinatie uitgelegd.
Ik heb me suf lopen staren op deze pagina, maar het blijft mij onduidelijk hoe ik zelf de getallen 1976, 26, 1950 kan berekenen (de daaropvolgende getallen overigens ook, maar ik dat probeer ik na jullie uiteg wel) Kunnen jullie dit voor mij inzichtelijk maken?

Duizendmaal dank!

Roy Sc
Leerling bovenbouw havo-vwo - vrijdag 16 maart 2007

Antwoord

Volgens mij staat het er toch wel min of meer:
Die 17.576 bestaat uit 15.600 permutaties met 3 verschillende letters. De rest, 1.976 bestaat uit permutaties waarin 2 of 3 keer dezelfde letter voorkomt. De 1.976 bestaat uit 26 permutaties met 3 dezelfde letters en 1950 permutaties met 2 dezelfde letters.
Drie verschillende letters: 26·25·24=15.600
Twee dezelfde letters: 26·1·25®3·26·25=1.950
Drie dezelfde letters: 26
In totaal: 17.576

Wie is wie?
Vragen naar aanleiding van dit antwoord? Klik rechts..!
vrijdag 16 maart 2007
 Re: Verband rangschikking met herhaling en herhalingscombinatie  



home |  vandaag |  bijzonder |  gastenboek |  statistieken |  wie is wie? |  verhalen |  colofon

©2001-2024 WisFaq - versie 3