De digitale vraagbaak voor het wiskundeonderwijs

home |  vandaag |  gisteren |  bijzonder |  gastenboek |  wie is wie? |  verhalen |  contact

HOME

samengevat
vragen bekijken
een vraag stellen
hulpjes
zoeken
FAQ
links
twitter
boeken
help

inloggen

colofon

  \require{AMSmath} Printen

Extreme spreiding

Bij het berekenen van een steekproefgrootte voor binomiale verdeling met de standaard formule is mij opgevallen dat bij een kleine spreiding de steekproefomvang ook enorm afneemt. Als bijvoorbeeld het aantal positieve responders (bij onderzoek naar medicijnen) maar 2 % geeft de formule een zeer kleine steekproef aan.

n = (Z^2alpha(2)*p*q) / e2

Dit klopt volgens mij niet omdat een spreiding van 2 % zeer moeilijk vast te stellen is, dus zou de steekproef juist veel groter moeten zijn. Welke formule moet je nemen om hiervoor te corrigeren?

Herber
Student hbo - donderdag 2 juni 2005

Antwoord

Uiteraard moet die steekproef ook veel groter worden. Kijk, wanneer je een vaste afwijking van 1% kiest zal de formule bij 2% positieve respondenten inderdaad een kleinere waarde opleveren dan bij 30% positieve resondenten. Maar er speelt nog iets anders mee. Een fout van 1% op 30% is nog wel acceptabel. Een absolute fout van 1% op een waarde van 2% (relatief zeer grote afwijking) is dat zeker niet meer. Dat betekent dat je bij een aantal positieve respondenten rond de 2% moet gaan rekenen met (absolute) foutmarges van iets van 0,1% en dat levert (in vergelijking met 1%) dan wel een grotere benodigde steekproef op.

Met vriendelijke groet
JaDeX

Wie is wie?
Vragen naar aanleiding van dit antwoord? Klik rechts..!
vrijdag 3 juni 2005



home |  vandaag |  bijzonder |  gastenboek |  statistieken |  wie is wie? |  verhalen |  colofon

©2001-2024 WisFaq - versie 3