|
|
\require{AMSmath}
Re: Constante functies
Ah zo! Ik was al bezig een figuur aan het maken... Maar zo is het idd veel korter. Mijn andere 2 sterretjes kan ik nu ook oplossen, behalve de laatste... "Bepaal het voorschrift van de constante functie die je verkrijgt door de grafiek van de functie f(x)=3 te verschuiven volgens het georiënteerde lijnstuk [OP] als het eerste coördinaatgetal van het punt P 3 is, het 2de coördinaatgetal negatief is en d(O,P)=5. Waarbij O de oorsprong is." Dus ik dacht al neem een punt op f(x)=3 vb (0,3) Maar ik weet niet hoe je nu het volledige coördinaat kunt bekomen van het punt P (3,-???) Je zult wel iets uit de afstand moeten afleiden, maar ik zie niet hoe je iets met die schuine afstand kunt doen...
Evelie
2de graad ASO - dinsdag 8 februari 2005
Antwoord
Klopt, je moet beginnen met die afstand. Om in te zien wat je daarmee kan doen, teken eens een assenstelsel en duid de oorsprong O aan. Het punt P ligt 3 eenheden rechts van O, en dan nog een beetje naar onder (want er is gegeven dat het tweede coordinaatgetal van P negatief is). Nu, als je de afstand van O tot P wil berekenen, dan kan dat via de formule: (die zal je wel gezien hebben, zoniet kan je het ook met Pythagoras bekomen) d = Ö((x1-x2)2 + (y1-y2)2) Als we (x1,x2)=(0,0) invullen, en (y1,y2)=(3,b) Dan staat er: 5 = Ö((0-3)2+(0-b)2) = Ö(9+b2) Kwadrateer links en rechts, en bepaal dan hieruit b, denk eraan dat gegeven is dat b negatief is. Zo bereken je het tweede coordinaatgetal van P, en dan kan je de oefening verder exact oplossen zoals de vorige, met hopelijk als oplossing f(x)=-1. Groeten,
Christophe
|
Vragen naar aanleiding van dit antwoord? Klik rechts..!
dinsdag 8 februari 2005
|
|
home |
vandaag |
bijzonder |
gastenboek |
statistieken |
wie is wie? |
verhalen |
colofon
©2001-2024 WisFaq - versie 3
|