De digitale vraagbaak voor het wiskundeonderwijs

home |  vandaag |  gisteren |  bijzonder |  gastenboek |  wie is wie? |  verhalen |  contact

HOME

samengevat
vragen bekijken
een vraag stellen
hulpjes
zoeken
FAQ
links
twitter
boeken
help

inloggen

colofon

  \require{AMSmath} Printen

Re: Vraagstuk functies

 Dit is een reactie op vraag 33433 
het begint al bij a,b en c ik vind die functievoorschriften echt niet
dus eigenlijk vind ik niets

jens
2de graad ASO - zondag 30 januari 2005

Antwoord

a) De tank is om te beginnen leeg, dus op t=0 geldt s=0.
Per minuut komt er 800 liter in de tank.
Dus op t=1 geldt s=800
Op t=2 is s=800+800=2*800=1600
Op t=3 is s=800+800+800=3*800=2400
Conclusie: s=800t.
De functie f heeft dus voorschrift f(t)=800t

b) De auto bevat om te beginnen 24000 liter, dus op t=0 geldt w=24000
Per minuut gaat er 800 liter uit.
Dus op t=1 geldt w=24000-800=23200
Op t=2 geldt w=24000-800-800=24000-2*800
Dus w=24000-800t.
De functie g heeft dus voorschrift g(t)=24000-800t

c) Tankauto en tankstation hebben samen altijd 24000 liter. Dus w+s=24000. Dus s=24000-w
De functie h heeft dus voorschrift h(w)=24000-w

Probeer je het nu zelf verder?

Wie is wie?
Vragen naar aanleiding van dit antwoord? Klik rechts..!
zondag 30 januari 2005



home |  vandaag |  bijzonder |  gastenboek |  statistieken |  wie is wie? |  verhalen |  colofon

©2001-2024 WisFaq - versie 3