De digitale vraagbaak voor het wiskundeonderwijs

home |  vandaag |  gisteren |  bijzonder |  gastenboek |  wie is wie? |  verhalen |  contact

HOME

samengevat
vragen bekijken
een vraag stellen
hulpjes
zoeken
FAQ
links
twitter
boeken
help

inloggen

colofon

  \require{AMSmath} Printen

Kaarten trekken

Iemand trekt achter elkaar kaarten uit een pak van 52.
i. Bereken de kans dat de eerste aas de dertiende kaart is.
ii. Bereken de kans dat onder de eerste 13 kaarten precies één aas zit.

i. Je moet twaalf niet-azen pakken en een aas.
Dit geeft (48 boven 12)(4 boven 1)/(52 boven 13)
Omdat de aas per se op de dertiende plek moet staan moet je bovenstaand antwoord nog door 13 delen.
ii. Dit is eenvoudig (48 boven 12)(4 boven 1)/(52 boven 13).

Klopt deze redenering?

mrbomb
Student universiteit - vrijdag 12 november 2004

Antwoord

i) lijkt me onjuist.
Bij i) is het de bedoeling dat de dertiende kaart een aas is. Voor de eerste 12 moet je dus niet azen trekken. Wat je bij de eerste 12 wanneer trekt is niet van belang. Als er maar geen aas bij zit. Die kans bij 12 trekkingen is (48 boven 12)/(52 boven 12). Vervolgens moet de 13e trekking wel een aas opleveren. Die kans is 4/40. Die 4/40 vermenigvuldig je nu met de eerste kans.
Reken maar eens uit en vergelijk het met je eigen idee.

Met vriendelijke groet
JaDeX

Wie is wie?
Vragen naar aanleiding van dit antwoord? Klik rechts..!
vrijdag 12 november 2004



home |  vandaag |  bijzonder |  gastenboek |  statistieken |  wie is wie? |  verhalen |  colofon

©2001-2024 WisFaq - versie 3