|
|
\require{AMSmath}
Vergelijkingen algebraïsch oplossen
Beste Wisfaq-team, Ik heb hier een opgave over vergelijkingen algebraïsch oplossen en snap het niet... misschien weten jullie het 1. (4-3x)^6 = 600 2. 21/2 = 4Log(6-4x) 3. 8-1/2·3^x = 3 Hartelijk Dank!!!
Marc
Leerling bovenbouw havo-vwo - dinsdag 2 november 2004
Antwoord
1) (4-3x)^6 = 600 4-3x=600^(1/6) (of 4-3x=6Ö600) 3x=4-6Ö600 x=4/3-1/36Ö600 2) Het is niet duidelijk of er 4log(6-4x) of 4log(6-4x) staat. Ik ga uit van dat laatste. 4log(6-4x)=21/2 6-4x=421/2 6-4x=32 4x=6-32=-26 x=-61/2 3)8-1/2·3^x = 3 1/2·3^x=5 3^x=10 x=3log(10)
|
Vragen naar aanleiding van dit antwoord? Klik rechts..!
dinsdag 2 november 2004
|
|
home |
vandaag |
bijzonder |
gastenboek |
statistieken |
wie is wie? |
verhalen |
colofon
©2001-2024 WisFaq - versie 3
|