|
|
\require{AMSmath}
Periodieke functies
De functie u(t)=3·sin(2··t-1)-2, 0t2 u is de uitwijking van een trillend voorwerp als functie van de tijd t.- hoe groot is de periode van een trilling?
- de amplitude
- op 0 instellen 3sin=2
- wat is de grootste uitwijking die het
voorwerp kan krijgen?
- op welke tijdstippen is de uitwijking op
zijn grootst? Al vast bedankt voor de hulp. Ik heb hier donderdag 7 maart tentamen over,dus ik hoop hiervoor bericht te krijgen.
linda
Leerling mbo - zondag 3 maart 2002
Antwoord
Op Periodieke functies staat uitgelegd hoe je de verschillende coëfficiënten in het functievoorschrift kunt interpreteren. Misschien is het handig om daarbij ook de grafiek te tekenen en te kijken of je alles in het functievoorschrift terug kan vinden in de grafiek.
Hopelijk helpt dit je op weg. Zo niet, dan horen we het wel weer...
|
Vragen naar aanleiding van dit antwoord? Klik rechts..!
zondag 3 maart 2002
|
|
home |
vandaag |
bijzonder |
gastenboek |
statistieken |
wie is wie? |
verhalen |
colofon
©2001-2024 WisFaq - versie 3
|