|
|
\require{AMSmath}
Re: Gonio - bewijzen
Ja , ik had 1 oefening al gekregen met een oplossing en daaruit zag ik dat het moeilijk was. Ik wil op deze sooort oefeningen echter kunnen oefenen maar als ik geen oplossingen heb kan ik ook niet echt oefenen. Nu heb ik de oef a) NIet kunnen oplossen : IK neem a=a , b = b en g = y Ik reken deze verder uit en ik kom dit uit : 2sin a cos a + 2 sin b cos b - 2 sin (a + b) cos (a+b) Dan moet ik zeker 2 sin (a+b) cos (a+b) verder uitrekenen maar dan krijg ik 2 [ (sinacosb + cosasinb) . (cosacos b - sina sin b) = 2 [ sina cos2b cos a - sin2a sin b + cos2a cos b sin b - cos a sin2b sin a ] . . . Maar dan kan ik alweer niet verder , Ik zit soms vast met het volgende : als ik bv. heb sin a . cos2 b . cos a . . . is deze dan gelijk aan sin a . cos a - sin2b cos a of niet? Ik kan er echt niet aan uit. EN vraag 3 : Dus ik moet sin a gelijk stellen aan 1 dat wordt dan sin b + sin c ------------- = 1 cos b + cos c = sin (90° - c) + sin c --------------------- cos (90° - c ) + cos c = cos c + sin c ------------- sin c + cos c wat moet ik hierna doen?
Naïl
3de graad ASO - zaterdag 22 november 2003
Antwoord
dag Naïl, excuus: er zat een foutje in mijn oorspronkelijke antwoord. Het is nu verbeterd. Eerst jouw vraag: " Ik zit soms vast met het volgende : als ik bv. heb sin(a)·cos2(b)·cos(a) . . . is deze dan gelijk aan sin(a)·cos(a) - sin2(b)·cos a of niet? " dat is niet correct. nl. cos2(b) = 1 - sin2(b) dus sin(a)·cos2(b)·cos(a) = sin(a)·cos(a) - sin2(b)·sin(a)·cos a Bekijk even alleen de uitwerking van -sin(2y) Je krijgt in de uitwerking: 2·(cos2(b)·sin(a)·cos(a) - sin2(b)·sin(a)·cos(a)) Dit kun je samen nemen tot: 2·(cos2(b) - sin2(b))·sin(a)·cos(a) en dan weer tot: 2·(2·cos2(b) - 1)·sin(a)·cos(a) Verder krijg je dezelfde situatie met a en b omgewisseld. De beide termen met de 1 vallen weg tegen de sin(2a) en de sin(2b), dus je houdt alleen over: 4·cos2(b)·sin(a)·cos(a) + 4·cos2(a)·sin(b)·cos(b) Dit kun je weer omzetten naar: 4·cos(a)·cos(b)·sin(a+b) en dan ben je er. vraag 3: Je bent er dan toch? Immers (x+y)/(y+x) = 1 dus daarmee heb je aangetoond: als hoek a recht is, geldt de gelijkheid. Andersom is wat meer werk, maar ook daar is het een kwestie van stug volhouden. succes!
|
Vragen naar aanleiding van dit antwoord? Klik rechts..!
maandag 24 november 2003
|
|
home |
vandaag |
bijzonder |
gastenboek |
statistieken |
wie is wie? |
verhalen |
colofon
©2001-2024 WisFaq - versie 3
|