De digitale vraagbaak voor het wiskundeonderwijs

home |  vandaag |  gisteren |  bijzonder |  gastenboek |  wie is wie? |  verhalen |  contact

HOME

samengevat
vragen bekijken
een vraag stellen
hulpjes
zoeken
FAQ
links
twitter
boeken
help

inloggen

colofon

  \require{AMSmath} Printen

2 eenvoudige vragen

Ik zit met 2 eenvoudige vragen. Ik weet alleen niet hoe eraan de beginnen .

Bewijs dat :

cos6 x - sin6 x = cos2x - 1/4 cos2x.sin22x

en

tg20. tg 20 = tg 20 - 2 tg 0

Alvast dank om mij "op gang" te helpen

rogeke

rogeke
3de graad ASO - zaterdag 15 november 2003

Antwoord

1.

Deze kun je het beste beginnen met het rechterlid, en dan bewijzen dat deze uiteindelijk gelijk is aan het linkerlid.

cos2x - 1/4cos2x.sin22x
= cos2x-sin2x - 1/4.(cos2x-sin2x).4sin2x.cos2x
= cos2x-sin2x - sin2x.cos4x + sin4x.cos2x
= cos2x(1+sin4x) - sin2x(1+cos4x)
= (1-sin2x)(1+sin4x) - (1-cos2x)(1+cos4x)
= 1 + sin4x - sin2x - sin6x - 1 - cos4x + cos2x + cos6x
= cos6x - sin6x + sin4x - sin2x - cos4x + cos2x
= cos6x - sin6x + sin2x(sin2x - 1) - cos2x(cos2x - 1)
... enz. probeer het laatste stapje nou eens zelf.

2.

Met die tangens heb je het telkens over 0 en 20. maar dan zou de stelling nooit kloppen. Daarom ga ik ervanuit dat je met die 0 een q bedoelt.

stap 1 welke je hiervoor moet weten is:
q16249img1.gif

Ten tweede gaan we ook hier weer beginnen met het rechterlid, en deze uitwerken totdat we op de uitdrukking in het linkerlid uitkomen.
q16249img2.gif

ook hier wordt je weer uitgenodigd om de laatste stap zelf verder uit te werken.

hopelijk kom je er zo verder zelf uit.

groeten,
martijn

mg
Vragen naar aanleiding van dit antwoord? Klik rechts..!
zaterdag 15 november 2003



home |  vandaag |  bijzonder |  gastenboek |  statistieken |  wie is wie? |  verhalen |  colofon

©2001-2024 WisFaq - versie 3