|
|
\require{AMSmath}
Aantonen
sin3a+sin3b+sin3c = 3cos a/2.cos b/2.cos c/2+ cos 3a/2.cos 3b/2.cos 3c/2 Ik heb dit alles omgezet naar; sin3a+sin3b+sin3(a+b) = 3cos a/2.cos b/2.sin(a+b/2)+cos 3a/2.cos 3b/2.(-sin 3/2 (a+b)) volgende regel; (2sin a+b/2.cos a-b/2)3 +(sin a.cos b+cos a.sin b)3 En dan ga ik reeds de mist in. Wat moet ik doen?
Bea Ve
Student Hoger Onderwijs België - woensdag 13 augustus 2003
Antwoord
Hoi Bea,
Nadat ik erop gewezen werd dat er ongetwijfeld geldt a + b + c = 180, ben ik nogmaals aan de slag gegaan. Evenals andere beantwoorders kwam ik tot de conclusie dat je heel secuur moet werken en zeer veel geduld moet hebben (en genoeg papier ;-) Het idee is dat je de twee kanten naar elkaar toe gaat praten, oftewel links min rechts moet op 0 uit komen. Start door, zoals je zelf ook begonnen bent, met het omschrijven van c in iets met a en b. Zet vervolgens alles om naar sin en cos van a/2 of b/2. Maak hierbij gebruik van de dubbele of drievoudige hoek-formules en de somformules voor sin en cos. Vervolgens elke cos^2 vervangen door 1-sin^2, zowel voor a/2 als voor b/2. Er ontstaat een gigantische uitdrukking met termen van de vorm sin(a/2)^m * sin(b/2)^n, eventueel nog maal cos(a/2) en/of maal cos(b/2). Al deze termen zijn "onafhankelijk", je kan ze gewoon schrappen en dan komt er nul uit!
Met dank aan Christophe,
Erica
|
Vragen naar aanleiding van dit antwoord? Klik rechts..!
maandag 18 augustus 2003
|
|
home |
vandaag |
bijzonder |
gastenboek |
statistieken |
wie is wie? |
verhalen |
colofon
©2001-2024 WisFaq - versie 3
|