De digitale vraagbaak voor het wiskundeonderwijshome | vandaag | gisteren | bijzonder | gastenboek | wie is wie? | verhalen | contact |
||||||||||||||||||
|
\require{AMSmath}
RegressielijnenBij het bepalen van betrouwheidsintervallen rond de regressielijnen, is het voor mij ietwat verwarrend hoe ze exact te bepalen zijn. Volgens literatuur zouden het evenwijdige lijnen onder en boven de regressielijn moeten zijn, waarbinnen 95% van de geschatte waarden komen te liggen (bij 95% betrouwbaarheid). Als ik het daarentegen uitreken lijkt het erop dat dat de betrouwbaarheidslijnen een soort zwakke curve is, die verder van de regressielijn verwijdert naarmate de curve de uiteinde van de regressielijn nadert. AntwoordWanneer je een (enkelvoudige) regressielijn berekent, dan bepaal je uit de meetgegevens de (schatting voor) de richtingscoefficient b en de constante a van deze regressielijn. Wanneer de b klopt en a kan afwijken dan krijg je daardoor twee evenwijdige lijnen onder en boven de regressielijn. Ook de b kan echter afwijken, dat betekent een draaiing van de regressielijn om centrum (xgem, ygem). Dat levert in combinatie de licht uit elkaar buigende curven op waarover jij het hebt.
home | vandaag | bijzonder | gastenboek | statistieken | wie is wie? | verhalen | colofon ©2001-2024 WisFaq - versie 3
|