De digitale vraagbaak voor het wiskundeonderwijs

home |  vandaag |  gisteren |  bijzonder |  gastenboek |  wie is wie? |  verhalen |  contact

HOME

samengevat
vragen bekijken
een vraag stellen
hulpjes
zoeken
FAQ
links
twitter
boeken
help

inloggen

colofon

  \require{AMSmath} Printen

Prijselasticiteit

Hoi,
Bij economie hebben we een formuletje geleerd waarmee je de prijselasticiteit van de vraag (dezelfde voor het aanbod kan berekenen).
Nu is er geen formule die ik ken voor ik ze begrijp.
Dus in het nederlands:
prijselastisiteit van de vraag =
%verandering hoeveelheid/ " " prijs

of:(delen door een getal wordt vermenigvuldigen omgekeerde)

Epv=q1-q0/q0*p0/p1-p0
Nu begon ik een leuk verband te zien.

Nogmaals herwerken:
Epv=Dq/q0*p0/Dp

En nogmaals herwerken:

Epv=Dq/Dp*p0/q0

Dit wordt interessant, want de p-as is de y-as en de q-as is de x-as.
Nu kennen de formule van de rico, di eigenlijk juist het omgekeerde formuleert, namelijk de verandering van de stijging t.o.v. de verandering van de horizontale afstand.
Dus eigenlijk :
de rico van de curve is het omgekeerde van de elastisiteit om een constante na namelijk (p0/q0).
Als ik nu ga berekenen i.p.v. steeds p0,q0,p1 en q1 te gaan zoeken zoek ik de rico en een punt, als de verglijking van rechte gegeven is tenminste.
Maar nu is er wel een addertje denk ik.
Die p0 en die q0, mag je die zomaar willekeurig kiezen?
Of hangt het af van waar de meting van de elasticiteit plaatsvindt?
Dank je,
Ruben

Ruben
2de graad ASO - maandag 16 juni 2003

Antwoord

Hoi Ruben,

ik vind het altijd leuk als je een vraag stelt, omdat je bvb formules niet zomaar aanneemt en wat verder gaat zien. En meestal slaag je er nog in ook om het goed aan te pakken.

De formule met de rico in waar je toe komt is eigenlijk de juiste formule voor een elasticiteit, maar is iets moeilijker uit te leggen. Ook zijn er door afgeleiden en limieten (die je nog moet leren) een paar leuke dingen mee aan te vangen.

Maar om op je vraag te antwoorden: die p0 en die q0 mag je vrij kiezen. Ze moeten natuurlijk wel bij eenzelfde punt op de vraagcurve horen. Deze zorgen er eigenlijk voor dat bij een liniaire vraagcurve de prijselasticiteit verschilt van punt tot punt. De economische rico of hellingsgraad (Q = -aP + b met -a de hellingsgraad of het eerste deel van de formule) is steeds gelijk.

Dus dat is eigenlijk het grote probleem, je mag die 2 punten vrij kiezen, maar de keuze van die 2 punten heeft een grote invloed op de prijselasticiteit. Als voorbeeld staat hieronder een afbeelding van de puntelasticiteiten (dat is de prijselasticiteit tussen 2 opeenvolgende punten op de vraagcurve). b ligt in het midden waar de prijselasticiteit 1 is. In punt a is ze ¥ en in punt c 0. De reden en het bewijs zou ons te ver leiden. Gewoon om aan te tonen dat de keuze van de punten heel wat invloed heeft en dat de er heel wat problemen zijn rond de prijselasticiteit (je gebruikt ze eigenlijk om 2 situaties met elkaar te vergelijken en dan gebruik je de elasticiteit waarvan je de juiste omstandigheden weet, maar deze 2 punten mogen niet te ver uit elkaar liggen, of de resultaten zijn niet meer betrouwbaar. Heb je andere 2 situaties, zal de prijselasticiteit verschillen).

q12505img1.gif

Je kan dus wel 2 punten kiezen, maar vaak zal je gewoon naar de opgave moeten zien van een oefening, om q0 en p0 te kennen.

Groetjes,

Tom

Wie is wie?
Vragen naar aanleiding van dit antwoord? Klik rechts..!
woensdag 18 juni 2003
 Re: Prijselasticiteit 



home |  vandaag |  bijzonder |  gastenboek |  statistieken |  wie is wie? |  verhalen |  colofon

©2001-2024 WisFaq - versie 3