WisFaq!

De digitale vraagbaak voor het wiskundeonderwijs

HOME

samengevat

\require{AMSmath}

De drie hoeden

Drie personen worden geblinddoekt en krijgen elk een rode of een groene hoed opgezet. De blinddoeken gaan af. Ze kunnen hun eigen hoed niet zien. Er wordt hen gevraagd een vinger op te steken als ze minstens 1 groene hoed zien. Alledrie steken een vinger op. Een vinger mag pas omlaag als de persoon de kleur van zijn hoed weet. De drie zijn heldere denkers. Na een tijdje doet de snelstdenkende zijn vinger omlaag. Wat weet hij te melden?
Wie kan ons helpen?
mibo
Leerling bovenbouw havo-vwo - donderdag 5 juni 2003

Antwoord

Hij weet te melden dat hij een groene hoed op heeft. Want hij ziet enkel de andere twee personen en hun hoed.

Als de andere twee personen elk een groene hoed op hebben, zal hij zijn vinger niet omlaag doen. Want je moest je vinger in de lucht houden als je minstens één groene hoed zag. En dus kun je niet weten of jij nu een groene of een rode aan hebt.

Het geval dat de andere twee personen een rode hoed aan hebben, kan niet. Want anders kon hij zijn vinger niet in de lucht steken.

Dus één iemand heeft een groene aan en één iemand heeft een rode aan. Aangezien diegene met de groene hoed ook zijn vinger in de lucht houdt, heeft hij te melden dat hij een groene hoed draagt.

Vragen naar aanleiding van dit antwoord? Klik rechts..!
zondag 8 juni 2003

Re: De drie hoeden