Gebruik bron 4 bij deze 3 vragen*
Vraag 1) leg met behulp aan de wet van Gresham uit waarom de omaatjes wel betaalden met de briefjes maar de gouden tientjes om hun nek droegen. Gebruik hierbij de term intrinsieke en extrinsieke waarde.
Vraag 2) in 1998 toen er ook nog met de gulden werd betaald was de goudprijs met 900% ten opzichte van 1968. Leg uit waarom het gouden tientje in 1998 niet meer voldeed aan de voorwaarden waaraan geld in een geldsysteem moet voldoen.
Vraag 3) welke geldfunctie hadden de gouden tientjes om de nek van de omaatjes?
Irem
Leerling bovenbouw havo-vwo - zaterdag 5 november 2022