Hoeken berekenen

Ik reken altijd per ongeluk de verkeerde hoek uit op de een of andere manier :S kan iemand me uitleggen hoe je precies weet wat de overstaande, aanliggende en schuine zijde is van een driehoek en wanneer je die sin, cos of tan gebruikt? ThenQ
XxX

Lianna
Leerling onderbouw vmbo-havo-vwo - donderdag 10 april 2003

Antwoord

De schuine zijde is de zijde tegenover de rechte hoek. De twee scherpe hoeken in een rechthoekige driehoek worden beide gevormd door de schuine zijde enerzijds en een rechthoekszijde anderzijds. Die zijde noemen we de aanliggende rechthoekszijde van die hoek, de andere noemen we de overstaande rechthoekszijde van die hoek.

sin = O/S
cos = A/S
tan = sin/cos = O/A

Merk op dat de aanliggende van de ene de overstaande van de andere is en omgekeerd, dus sin(a) = cos(b). En omdat beide scherpe hoeken samen 90 graden zijn, weet je dus ook dat
cos(b) = cos(90-a). Samen geeft dat dus het verband

sin(a) = cos(90-a)

Zie Berekeningen met sinus, cosinus en tangens

donderdag 10 april 2003

©2001-2024 WisFaq