Hallo,
Ik loop bij een opgave over het berekenen van de maximale lengte vast. Ten eerste is het mij eigenlijk niet echt duidelijk, wat ze willen dat ik ga berekenen? Willen ze het stuk A tot punt Z (fictief), Z staat dan loodrecht onder P?
Verder zag ik bij de uitwerkingen dat ze da/dx gebruiken, maar dat is mij eigenlijk niet helemaal duidelijk waarom ze een afgeleide gebruiken? Ik dacht dat je dit met een meetkundige vergelijking kon oplossen, maar ze berekenen de afgeleide naar 0. En hiermee berekenen ze x.
En uiteindelijk nemen ze voor het eindantwoord de x + (√5 · -x - (x)2). En die laatste regel snapte ik helemaal niet. Ik hoop dat iemand mij hierbij kan helpen?
Mvg,
Anna
Anna
Leerling bovenbouw havo-vwo - vrijdag 13 april 2018