De tweedegraadsfunctie: minimum - maximumproblemen
In een school wil men gezondere dranken lanceren. Men vindt een producent die ongezoet fruitsap verkoopt aan € 0,40 per flesje. Uit een marktonderzoek blijkt dat het aantal verkochte flesjes per week met 20 vermindert als de verkoopprijs (in €) per week met € 0,05 toeneemt. In week 1 is de verkoopprijs: € 0,45 (=x) en het aantal verkochte flesjes in die week: 160 (=y). De winst moet nu geschreven worden i.f.v. de verkoopprijs en bij welke verkoopprijs is de winst maximaal? Kan er hier ook gewerkt worden met n = het aantal vermeerderingen van € 0,05? Ik heb geprobeerd, maar helaas kom ik iets helemaal anders uit... Kan iemand mij verder helpen? Alvast dank!!
Ann Ni
Ouder - zaterdag 29 oktober 2016
Antwoord
Wanneer je n keer een prijsverhoging van 5 cent toepast (vanaf 45 cent als basisbedrag gerekend), dan is de prijs 45 + 5n en daarbij past een verkoop van 160 - 20n flesjes. Op elk flesje is de winst 5 + 5n zodat de totale winst W gegeven wordt door W = (5 + 5n)(160 - 20n) = -100n2 + 700n + 800. W is wiskundig gezien maximaal als n = 3,5 maar in deze praktische setting zul je moeten kiezen voor n = 3 of n = 4. Beide keuzen leveren een winst op van 2000 cent bij een verkoopprijs van 60 of 65 cent.
MBL
zaterdag 29 oktober 2016
©2001-2024 WisFaq
|