Berekening minimale steekproef
Hoi,
Naar aanleiding van een afstudeeropdracht moet ik middels een enquete een onderzoek doen onder 402 bedrijven.
Ik vraag me af hoe ik hier de minimale steekproef voor bereken bij een betrouwbaarheid van 95%. Ik heb hier het boek 'Statistiek bij marktonderzoek' van Drs. R.L. Erven op nageslagen, maar hier wordt dit alleen uitgelegd aan de hand van de volgende formule:
N groter dan/gelijk aan: (z2 $\infty$á/2 . $\infty\int{}$2) .
/îN-n/N-1 gedeeld door F2 Waarbij: n= steekproefgrootte N= populatiegrootte $\infty\int{}$= de standaardafwijking F= foutmarge z= de z-waarde die hoort bij een bepaalde $\infty$á ( onbetrouwbaarheid) : z
statistische voorwaarden (zelf vast te stellen): $\infty$á en F waarde die geschat dient te worden: $\infty\int{}$
Wat ik nou niet snap..... hoe kan ik als de enquete geen cijfermatige inslag heeft toch de standaarddeviatie en de foutmarge gaan schatten? Ik heb deze formule eerder gebruikt voor een project waarbij de het ging om een bepaald bestedingsgedrag, dan is dat dus wel in te vullen. Deze enquete gaat echter over het feit of er behoefte is aan bepaalde diensten in een bepaalde regio, ik snap niet hoe ik hier dan een standaarddeviatie bij moet verzinnen (of ik moet de enquete gaan aanpassen..). Iemand suggesties? Bedankt en de mzzls
Ernst
Student hbo - zondag 9 maart 2003
Antwoord
Bij 95% betrouwbaarheid en een maximale fout van 5% zou je zonder eindige populatie correctie krijgen:
n= (z·(p(1-p))/a)2. Die p is een proefschatting, omdat hier niets over bekend is mag je hiervoor de waarde 50% gebruiken.
= (1,96(50·50)/5)2 = 384
Omdat dit meer is dan 10% van de populatie (402) gaan we de eindige correctiefactor (voor steekproefgrootte) toepassen. Dat betekent dat we de gevonden waarde 384 nu vermenigvuldigen met N/(n+N-1), hierin is n=steekproefgrootte en N=populatiegrootte.
De definitieve benodigde steekproefgrootte (beter: respons) wordt: 384·(402/(384+402-1))=197
Met vriendelijke groet
JaDeX
zondag 9 maart 2003
©2001-2024 WisFaq
|