\require{AMSmath}
WisFaq - de digitale vraagbaak voor wiskunde en wiskunde onderwijs


Printen

Oefening kansberekening

Ik krijg een oefening niet opgelost: op 10.000 loten zijn er 250 prijzen. Wat is de kans met dat men met 2 biljetten 2 prijzen wint en wat is de kans dat men met 2 loten minstens 1 prijs wint?

Scrola
2de graad ASO - zaterdag 5 december 2015

Antwoord

Je trekt 2 loten uit een bak met 10000 loten waarvan er 250 loten zijn met een prijs:

P(2 keer prijs) = $
\eqalign{\frac{{250}}
{{10.000}} \times \frac{{249}}
{{9.999}} = \frac{{83}}
{{{\text{133}}{\text{.320}}}}}
$

De kans op minstens 1 keer prijs is gelijk aan 1 - P(geen prijs):

P(minstens 1 prijs) = $
\eqalign{1 - \frac{{9750}}
{{10.000}} \times \frac{{9749}}
{{9.999}} = \frac{{{\text{6}}{\text{.583}}}}
{{{\text{133}}{\text{.320}}}}}
$

Zie ook 4. Kansen


zaterdag 5 december 2015

©2001-2024 WisFaq