Wat ik nog steeds niet snap is waarom de 1 wel wordt opgeteld en de a niet bij: (a+1)(a+1)+(a+1)=(a+1)(a+1+1)
Ali
Leerling mbo - maandag 16 november 2015
Antwoord
Bij (a+1)(a+1)+(a+1) haal je de factor a+1 buiten haakjes. Bij (a+1)(a+1) houd je dan tussen de haakjes a+1 over en bij (a+1) houd je de factor 1 tussen de haakjes over. Uit eindelijk staat a+1 voor de haakjes en in de haakjes staat dan a+1 en 1.
(a+1)(a+1)+(a+1)=(a+1)(a+1+1)=(a+1)(a+2)
Bij de laatste stap tel je de twee enen bij elkaar op en laat je de a met rust...