sin(bgtang(t))
hoe vindt men de sinus van de boogtangens van t?? maw sin(bgtang(t)). Als ik deze met mijn zakrekenmachientje uittel kom ik t/t2+1 uit
Stijn
Student Hoger Onderwijs België - maandag 17 februari 2003
Antwoord
Hoi, Als a=bgtg(t) met aÎ[-p/2,p/2], dan is t=tg(a). We proberen ook cos(a) te schrijven in functie van t: sin2(a)+cos2(a)=1, dus: 1+tg2(a)=1/cos2(a) en: cos(a)=1/Ö(1+tg2(a))=1/Ö(1+t2). Bemerk dat cos(a)0 omdat aÎ[-p/2,p/2]. We hebben dus: sin(bgtg(t))=sin(a)=tg(a).cos(a)=t.1/Ö(1+t2)=t/Ö(1+t2) Groetjes, Johan
andros
maandag 17 februari 2003
©2001-2024 WisFaq
|