Schaatsen
Een schaatser heeft afgesproken zoveel mogelijk rondes van 400 meter te schaatsen. Hij moet stoppen zodra hij een ronde heeft afgelegd van meer dan 40 seconde. Hij ontvangt geld voor het goede doel: voor de eerste ronde die hij aflegt ontvangt hij 100 euro, voor de tweede 110, voor de derde 121 euro en voor de vierde 133,10 euro enzovoort.
De schaatser begint met 33 seconde, over de tweede ronde doet hij 0,2 seconde langer, over de derde weer 0,2 langer dan de tweede enzovoort.
1) in hoeveel tijd worden deze ronden afgelegd? 2) hoeveel geld heeft hij hiermee voor het goede doel verdient?
1) bij 1 heb ik 0,2 x 36 = 7,2 x 33 = 237,6 maar volgens mij klopt dit niet?
En hoe kan ik de tweede vraag berekenen, want het geld gaat ineens van 100, 110, 121 naar 133,10 ??
Alvast bedankt!
RP
Leerling bovenbouw havo-vwo - zaterdag 28 juni 2014
Antwoord
Hij schaatst 36 ronden met r=1, 2, 3, ... Een ronde levert 100·1,1r euro op. In totaal heb je dan?
©2001-2024 WisFaq
|