Een vergelijking oplossen
10X -1 = 4x +2 8-5x = x-22 0.3x -7 = 1,8x +8 3(x-2) = 5-(x-4) x=4(x-1)+4
Sandra
3de graad ASO - woensdag 16 april 2014
Antwoord
Hallo Sandra,
Ik doe één opgave voor:
10x - 1 = 4x + 2
Links en rechts van het =-teken 1 optellen: 10x = 4x + 3
Links en rechts van het =-teken 4x aftrekken: 6x = 3
Links en rechts van het =-teken delen door 6: x = 3/6 = 1/2
Probeer de andere opgaven op dezelfde manier. Aanwijzing: bij de twee laatste opgaven eerst haakjes wegwerken.
Zoek ook eens op Lees je ook eens de spelregels?
woensdag 16 april 2014
©2001-2024 WisFaq
|