Bepaal de matrix A van A
Gegeven is de lineaire afbeelding waarvoor geldt: A(3,-2)=(-5,4) A(4,5)=(1,13) Bepaal de matrix A van A ten opzichte van de standaardcoördinaten (x,y) Tot zover ik weet kan dit als volgt genoteerd worden: 3.A(1,0)-2.A(0,1)=(-5,4) en 4.A(1,0)+5.A(0,1)=(1,13) Maar hoe moet ik verder? Met vriendelijke groet,
Vincen
Student hbo - dinsdag 1 januari 2013
Antwoord
Kun je het stelsel 3P - 2Q = (-5,4) en 4P + 5Q = (1,13) oplossen? Als er aan de rechterkant geen vectoren maar gewone getallen zouden staan, dan zou je deze vergelijkingen onder elkaar zetten en via optelling/aftrekking tot een oplossing komen. Doe precies hetzelfde met de vergelijkingen waar rechts een vector staat.
MBL
dinsdag 1 januari 2013
©2001-2024 WisFaq
|