Rijen en reeksen berekenen
Ik vraag mij af hoe je de volgende sommen moet berekenen De som van (3j-2) met j=20 tot 50. De som van (3i3+5) met i=2 tot 4. De som van (1/3)^(k-3) met k=5 tot oneindig. Ik snap het concept niet helemaal in combinatie met de formules die je hiervoor kunt gebruiken. Meestal komt j=1 voor, maar als j bijvoorbeeld 20 is, kom ik er niet uit. Zou u deze sommen voor mij willen uitwerken? Alvast bedankt!
Studen
Student universiteit - donderdag 15 november 2012
Antwoord
1) (3*20-2) + (3*21-2) + (3*22-2) + ........ + (3*50-2) = 58 + 61 + 64 + ......... + 148 2) (3*2^3 + 5 ) + (3*3^3 + 5) + (3*4^3 + 5) = 29 + 86 + 197 = 3) (1/3)^2 + (1/3)^3 + (1/3)^4 + 1/3)^5 + ............ Alleen nummer 3 vergt wellicht nog wat toelichting. Gebruik de formules voor de som van meetkundige rijen.
MBL
donderdag 15 november 2012
©2001-2024 WisFaq
|