Re: Vermenigvuldigen en delen met breuken van wortels
Het antwoordenblad komt ook uit op 1 maar ik kom uit op 1/6 √3 en ik heb hem heel vaak opnieuw gedaan maar ik kom steeds niet goed uit. Ja sorry, dat zal ik de volgende keer doen!
Ronja
Leerling bovenbouw havo-vwo - zondag 4 november 2012
Antwoord
2·√(1/6)·3·√(1/6)=2·3·(√(1/6)·(√(1/6)) Nu is (√(1/6)·(√(1/6)) natuurlijk gewoon gelijk aan 1/6. (Net zoals √(2)·√(2) ook gewoon 2 is.) Dus we krijgen 2·3·(1/6)=6·(1/6)=1. Flauw he?
zondag 4 november 2012
©2001-2024 WisFaq
|