Vectorvoorstelling bepalen
De volgende opgave kom ik weer een tekort aan zicht denk ik: gegeven de punten A (5,0,0) B(5,5,0) C(5,5,5) en D(5,0,5) a teken in een XYZ-assenstelsel de rechthoek ABCD (dit heb ik gedaan)
bepaal een vectorvoorstelling van de drager AC dit ois nog wel te doen dat is a+L(c-a)
b Bepaal de vergelijking van het vlak waarin ABCD ligt ik heb (5,0,0)+L(0,1,-1) maar het model antwoord geeft (5,0,0)+L(0,1,1) ik heb gewoon de vv a+L (c-a) ik weet niet wat zij hebben gedaan?
bouddo
Leerling mbo - donderdag 12 juli 2012
Antwoord
De rechthoek staat, populair gezegd, 5 hokjes voor het vlak YOZ, dit is het vlak door de y-as en de z-as. Er wordt een vergelijking gevraagd en dat is dus iets anders dan een vectorvoorstelling. Als vergelijking kan alleen x = 5 opgegeven worden. Ieder punt in het vlak ligt namelijk 5 stapjes naar voren. Je eigen antwoord en het antwoord van je boekje gaan sowieso niet over een vlak! Een vlak heeft 2 richtingsvectoren en dat zit niet in jullie antwoorden. De antwoorden die je me doorgeeft, gaan over een rechte lijn. Die hebben maar 1 richtvector. Conclusie: er is iets dat niet helemaal klopt.
MBL
donderdag 12 juli 2012
©2001-2024 WisFaq
|