Halveringstijd van een radioactieve stof
De radioactieve stof jodium-131 ontstaat bij een kernexplosie. doordat de fall out op het gras komt, krijgt het hooi een te grootjodium-131 gehalte. Melk van koeien die met dit hooi gevoerd worden is niet meer geschikt voor consumptie. na een ongeluk in een kerncentrale bevat hooi in de wijde omtrek van de centrale zes keer de toegestane gehalte jodium-131. De halveringstijd van jodium-131 is acht dagen Hoeveel dagen moet het hooi bewaard worden voordat het weer aan koeien gevoerd kan worden?
ik begrijp de uitwerking van het model niet :
Toegestaan A,na het ongeluk 6A Dus (1/2) 6A=A (1/2)^x=1/6 x=2,58 Dus 2,58 perioden van acht dagen dat is 20,68 dagen Dus men moet het 21 dagen bewaren
bouddo
Leerling mbo - maandag 23 april 2012
Antwoord
Aan begin heb je 6A na hoeveel dagen 'x' is de hoeveelheid afgenomen tot A?
6A·($\frac{1}{2}$)x=A ($\frac{1}{2}$)x=$\frac{A}{6A}$ ($\frac{1}{2}$)x=$\frac{1}{6}$ x $\approx$ 2.584962500
Dat laatste zijn dan 2.584962... perioden van 8 dagen. Het ging immers om een groeifactor van een $\frac{1}{2}$ per 8 dagen.
Helpt dat? Of was dat het probleem niet?
maandag 23 april 2012
©2001-2024 WisFaq
|