Re: Verdeling van knikkers
hoi, ik had ook problemen met deze vraag maar met uw uitleg kom ik er nog niet uit want ik snap niet wat u bedoelt Kan u me helpen ?
li
3de graad ASO - vrijdag 3 juni 2011
Antwoord
Dag Liese, Vraag a: Trek 12 knikkers. Zet op een papiertje een rijtje van 12 stippen. Bekijk nu de ruimtes links, tussen en rechts van die stippen. Dat zijn er 13. Kies nu twee van die ruimtes en zet daar een streepje. Twee streepjes in dezelfde ruimte mag ook. Stel : tussen stip 3 en 4 en tussen stip 8 en 9. Dan komt het aantal stippen links van het linker streepje (=3) overeen met het aantal blauwe knikkers. Het aantal stippen tussen de streepjes (=5) komt overeen met het aantal groene knikkers en het aantal stippen rechts van het rechter streepje (=4) met het aantal rode knikkers. Heb je bijvoorbeeld twee streepjes tussen de derde en vierde stip gezet, dan heb je 3 blauwe knikkers, nul groene en 9 rode. Zet je de streejes allebei helemaal links, dan heb je alleen 12 rode knikkers. Zo kan je alle mogelijkheden maken. Je moet dus berekenen op hoeveel manieren je twee ruimtes kan kiezen uit 13, of 2 trekken uit 13 met terugleggen. De streepjes geven aan dat daar de kleur verandert.
Zou je nu de andere vragen ook kunnen oplossen? Succes,Lieke.
ldr
vrijdag 3 juni 2011
©2001-2024 WisFaq
|