Twee identiteiten
Hallo Wisfaq,
Twee identitetien zijn gegeven: tg (p/11)+4sin(3p/11)=Ö11 (1) tg(4p/11)+4sin(p/11)=Ö11 (2) (1)-(2) levert een tweede lid nul op tgp/11-tg4p/11+4(sin3p/11-sinp/11)=0 Toepassingen van tg(hoek)= sin(hoek)/cos(hoek), som en verschilformules , Simpson in de twee vormen brengen mij niet tot een oplossing.. Wat loopt er mis.?? (sinp/11)(cos4p/11)-(cosp/11)(sin4p/11))))/ (cosp/11cos4p/11)= 4(sinp/11)-(sin3p/11)) Eerste lid wordt , met toepassing van sin(A-B) -sin3p/11 en overbrengen van de noemer naar het tweede lid geeft dan, met wefglazten van de noemers: -sin(3p/11)= 4(sinp/11)-sin(3p/11)(cosp/11cos4p/11) Tweede lid wordt dan :4(cos4p/22)sin(-2p/22)(cosp/11cos4p/11) of -8cos(2p/11)sin(p/11)(cos(p/11)(cos4(p/11)) We krijgen dus een nieuwe dentiteit: -sin(3p/11)=(-8(sinp/11)(cos2p/11))*(cosp11)cos(4p/11) We kunnen nog de mintekens in beide leden weglaten... En nu verder.....?? Groeten, HL
HL
Iets anders - donderdag 6 januari 2011
Antwoord
Hendrik, Zie onderstaande link voor het bewijs. How can we prove the following trigonometric identity? en AN ELEMENTARY TRIGONOMETRIC EQUATION
kn
donderdag 6 januari 2011
©2001-2024 WisFaq
|