Goniometrische identiteit
Hallo, ik ben een leerlinge uit het 5de jaar ASO. Morgen heb ik een toets wiskunde over goniometrische identiteiten en vergelijkingen. Nu ben ik oefeningen aan het maken. Ik ben nu aan een oefingen toegekomen waarbij ik niet verdergeraak. Ik ben vastgelopen. Nu zou ik willen vragen of er iemand deze oefening wil oplossen voor mij zodat ik eens zie waar ik eventueel een fout heb gemaakt. De oefening is: cos a sin(b-c) + cos b sin(c-a)+ cos c sin(a-b) = 0 Voor alle duidelijkheid zou ik wel juist nog een alle formules op een rij willen zetten die ik tot nu toe gezien hebben, en die dus gebruikt kunnen worden: basisformules, formules van de dubbele hoek (bv. sin 2a) som- en verschilformules (vb. cos(a-b)= cosa.cosb+sina.sinb), de formules van Carnot, formules van Simpson en de verwante hoeken. Ik hoop dat er mij iemand verder kan helpen! en alvast bedankt! Eva
Eva
3de graad ASO - woensdag 17 november 2010
Antwoord
Vervang sin(b-c) door sin(b).cos(c) - cos(b).sin(c) en doe precies hetzelfde met de twee andere sinusvormen, werk alle haakjes uit en je ziet dat elke term wegvalt tegen een andere term.
MBL
woensdag 17 november 2010
©2001-2024 WisFaq
|