Bepaal a, b en c en bewijs dat er twee gevallen mogelijk zijn nl y 2 en y
Grafiek y=[log{(ax+b)/(x+c)}]/log(3); heeft x=-5 en x=3 tot asymptoten en gaat door het punt(-3;2). Bepaal a,b en c. Bewijs, dat er twee gevallen mogelijk zijn: 1)y2 voor 3x-3 en 2)y2 voor 3x-3. Uitvoering: Verticale asymptoten als x+c=0---5+c=0--c=5. Als y=0,dan (ax+b)/(x+5)=1.Als x=0, dan y={log(b/5)}/log(3). Volgens gegeven als x=-3 dan y=2 en dat betekent 2={log(-3a+b)/(-3+5)}/log(3)---3a+b=18. Nu kan ik niet meer verder. Wie weet de volgende stap in de goede richting? Bij voorbaat hartelijk dank.
Johan
Student hbo - donderdag 14 oktober 2010
Antwoord
Hallo Je weet dus dat c=5 en dat -3a+b=18 (1) Deze logaritmische functie heeft een verticale asymptoot (x=3) als ax+b/x+5 = 0 voor x=3 Dus 3a+b/3+5 = 0, waaruit 3a+b=0 (2) Uit (1) en (2) volgt dat a=-3 en b=9
donderdag 14 oktober 2010
©2001-2024 WisFaq
|