Logaritmische vergelijking
Hallo, ik zit in het 5de middelbaar en we moeten voor het examen logaritmische vergelijkingen kennen. We hebben een aantal voorbeeld oefeningen meegekregen en daarover heb ik een vraagje. 3.9x-26.3x=3 ik heb de eerste term om kunnen zetten in 32x+1, maar dan zit ik vast omdat ik echt niet weet wat ik kan doen met de 3 in het rechterlid.
Vincen
3de graad ASO - dinsdag 25 mei 2010
Antwoord
Als je y=3x neemt dan staat er:
3·y2-26y=3
Dit is een kwadratische vergelijking. Als je die vergelijking oplost naar y weet je ook wat 3x is.
Helpt dat?
Zie ook Exponentiële vergelijkingen en logaritmen
dinsdag 25 mei 2010
©2001-2024 WisFaq
|