Volgens mij ben ik er uit.
Er zijn drie mogelijkheden:
1. Koen gaat op zijn eigen stoel zitten. Die kans is 1/100. De kans dat Tim op zijn eigen stoel zit is dan 1.
2. Koen gaat op Tim's stoel zitten. Die kans is 1/100. De kans dat Tim op zijn eigen stoel zit is 0.
3. Koen gaat op één van de overige 98 stoelen zitten. Die kans is 98/100. De kans dat Tim op zijn eigen stoel zit is: 98!/99!=1/99
Dus de kans dat Tim op zijn eigen stoel gaat zitten is:
1/100·1+1/100·0+98/100·1/99 = 1/100 + 98/9900 = 197/9900
Judith
Leerling onderbouw vmbo-havo-vwo - zaterdag 22 mei 2010