Het opstellen van een vergelijking
Hoe kan ik onderstaand probleem in 3 of meer vergelijkingen opstellen: Pietje wil graag de leeftijd van zichzelf, zijn vader en zijn moeder tot op de dag weten met de volgende gegevens: - Op dit moment is vader 6x ouder dan Pietje - Op dit moment zijn Pietje(p), vader(v) en moeder(m) 70 jaar - Als Pietje de helft van de leeftijd van vader heeft bereikt, is de leeftijd van Pietje, vader en moeder samen 140 jaar. De eerste 2 vergelijkingen zijn niet moeilijk: v = 6·p en p+v+m = 70 Kan iemand mij helpen met het opstellen van de andere vergelijking(en) en de oplossing?
Marc
Ouder - vrijdag 27 december 2002
Antwoord
Neem aan dat het nog 'x' jaar duurt voordat Pietje de helft van de leeftijd van vader heeft bereikt. Dan geldt: p+x=1/2(v+x) en p+x+v+x+m+x=140 p+v+m+3x=140 Je hebt dan 4 vergelijkingen met 4 onbekenden en die zou je moeten kunnen oplossen: v = 6·p (1) p+v+m = 70 (2) p+x = 1/2(v+x) (3) p+v+m+3x = 140 (4) Uit 2 en 4 volgt x=231/3 Vul dit in (3) in en dan kan je met 1 en 3 uitrekenen van p en v is. Vervolgens met 2 kan je ook m vinden.
vrijdag 27 december 2002
©2001-2024 WisFaq
|